Opinie: ‘Laat slachtoffers homofobie niet in de kou staan!’

Opiniestuk in het AD van 21 november 2018, door Kirsten van den Hul en Astrid Oosenbrug.

Het zal je maar gebeuren. Je gaat op internetdate, verwacht een spannende romantische avond, maar wordt in de val gelokt en in elkaar geslagen.

‘Kankerhomo!’ Dat riepen de daders in Dordrecht, toen ze uit de bosjes sprongen en het slachtoffer aanvielen.

De rechter acht homofobie echter niet bewezen. En het OM gaat niet in hoger beroep. Dat is onbevredigend. Niet in de laatste plaats omdat homofoob geweld vaak voorkomt en toch zelden leidt tot aangiften en veroordelingen.

Maar liefst 7 op de 10 LHBT’s krijgen te maken met verbaal of fysiek geweld.

Zeker zijn dat je veilig jezelf kan zijn. Het lijkt zo simpel. Voor veel LHBT’s (lesbische vrouwen, homomannen, biseksuelen en transgender personen) is dat nog lang niet het geval. Maar liefst 7 op de 10 LHBT’s krijgen te maken met verbaal of fysiek geweld. Er komen minstens 3 meldingen per dag binnen bij politie of antidiscriminatiebureaus. Dat is slechts het topje van de ijsberg. Het merendeel van de slachtoffers heeft het gevoel dat melden geen zin heeft. En neem ze dat eens kwalijk, als je de cijfers bekijkt. Jaarlijks komen maar zo’n 15 zaken van homofoob geweld voor de rechter. Het aantal veroordelingen is op één hand te tellen.

Dat moet anders. Te beginnen bij de politie. Het is mooi dat het Roze in Blauw netwerk bestaat, maar deze agenten hebben vaak veel te weinig tijd om zich naast hun toch al drukke politiewerk in te zetten voor LHBT-veiligheid. Het resultaat: dikwijls onbetaalde overuren draaien. Terwijl deze gespecialiseerde agenten zo belangrijk zijn in de strijd tegen homofoob geweld. Je gaat pas naar de politie als je het gevoel hebt dat daar iemand zit die je verhaal snapt. Dat het zin heeft om aangifte te doen.

Wij pleiten daarom voor een verhoging van de wettelijke strafmaat voor geweld met discriminatoir motief.

Mensen in elkaar slaan om wie ze zijn, verdient een zwaardere straf. Wij pleiten daarom voor een verhoging van de wettelijke strafmaat voor geweld met discriminatoir motief. Maar dat is niet genoeg. Om homofobe ideeën in de kiem te smoren, zou seksuele diversiteit in elke klas uitgebreid aan bod moeten komen. Dat is hard nodig zolang 30 procent van de scholieren zoenende mannen vies vindt.

Het is de hoogste tijd dat slachtoffers serieus worden genomen door justitie én door de politiek. Toch wachten we al een half jaar op een actieplan van de regering om de veiligheid voor LHBT’s beter te regelen. En ook de uitvoering van het Regenboogstembusakkoord laat nog steeds op zich wachten.

Iedereen moet zeker zijn dat je 100% jezelf kunt zijn.

Iedereen moet zeker zijn dat je 100% jezelf kunt zijn. Op school, op straat, op je werk en in de kroeg. Wij vragen om een duidelijk signaal én actie: geweld en discriminatie tegen LHBT’s worden nergens geaccepteerd.

Kirsten van den Hul, Tweede Kamerlid PvdA
Astrid Oosenbrug, voorzitter PvdA Roze Netwerk