Debat in het kort: verduidelijking rechtspositie transgender- en intersekse personen

29 juni 2018

Bron: Tweede Kamer der Staten-Generaal

8 juni 2018, initiatiefwetsvoorstel – Mensen die niet voldoen aan het traditionele man-vrouwbeeld hebben dezelfde fundamentele rechten als ieder ander. Dat willen initiatiefnemers Bergkamp (D66), Van den Hul (PvdA) en Özütok (GroenLinks) expliciet wettelijk vastleggen.

In de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) staat dat mensen niet mogen worden gediscrimineerd op grond van geslacht. Dat geldt eveneens voor mensen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken en mensen die zich niet volledig man of vrouw voelen. Om te verduidelijken dat ook zij onder de wet vallen, voegen de initiatiefnemers de begrippen geslachtskenmerken, genderidentiteit en genderexpressie aan de wet toe.

Met het initiatiefvoorstel willen we elke twijfel wegnemen dat in alle gevallen van discriminatie een beroep kan worden gedaan op de Awgb, zegt Bergkamp (D66). Özütok (GroenLinks) wijst erop dat de VN en de EU Nederland al sinds 2009 oproepen om de rechtspositie van transgenders en interseksepersonen beter te borgen.

Het kabinet hecht eraan dat iedereen in Nederland zichzelf kan zijn, zegt minister Ollongren (Binnenlandse Zaken), die bij het debat aanwezig is als adviseur van de Kamer. Daarom onderschrijft zij de doelen die met het initiatiefvoorstel worden beoogd.

Bijval en tegenstand

Volgens Buitenweg (GroenLinks) is het voorstel onderdeel van een bredere agenda van emancipatie en gelijke behandeling van iedereen. Dat is positief, vindt Yeşilgöz (VVD), maar er is nog heel veel te doen. Het voorstel past in de Nederlandse traditie om discriminatie te bestrijden, zegt Ploumen (PvdA), en daar is ze trots op.

Van der Molen (CDA) vindt het goed om vast te leggen dat gelijke behandeling de norm is. Van der Graaf (ChristenUnie) erkent het maatschappelijk belang van het voorstel, maar zij vraagt zich wel af wat het betekent voor groepen die niet expliciet in de wet worden opgenomen.

Het initiatief voegt niets toe, zegt Beertema (PVV), want de rechten van transgenders en interseksepersonen zijn al goed wettelijk geborgd. Volgens Bisschop (SGP) hebben de initiatiefnemers niet goed nagedacht over de consequenties van hun voorstel voor het huwelijks- en familierecht.

Maatschappelijk belang

Özütok (GroenLinks) wijst op cijfers waaruit blijkt dat discriminatie op basis van seksuele geaardheid of genderidentiteit de laatste jaren stijgt. Schandalig, vindt Beertema (PVV), die wil dat politie en justitie alle aangiftes serieus behandelen.

Het voorstel heeft grote maatschappelijke meerwaarde, zegt mede-initiatiefneemster Van den Hul (PvdA). Dit moet gaan leven in de hoofden en harten van mensen en organisaties, zegt zij, zodat mensen meer zichzelf kunnen zijn en hun talenten beter tot ontwikkeling kunnen komen.

Seksuele gerichtheid

Jasper van Dijk (SP) is voorstander van het initiatiefvoorstel. Maar daarnaast wil hij het begrip “hetero- of homoseksuele gerichtheid” in de Awgb vervangen door “seksuele gerichtheid”. Dat is internationaal gebruikelijk en sluit minder mensen uit.

Het doel van Van Dijks voorstel is positief, vindt minister Ollongren. Wel wil zij de juridische consequenties eerst goed onderzoeken. Want wat betekent het bijvoorbeeld voor pedoseksuelen?

De Kamer sprak eerder over het initiatiefvoorstel op 5 juni. Zij stemt op 3 juli over het voorstel en de ingediende motie.


 

Na afloop van het debat complimenteerde de voorzitter van de Tweede Kamer Khadija Arib de indieners en de beleidsmedewerkers met de initiatiefwet. Complimenten vooral omdat de initiatiefwet tot stand is gekomen naast het dagelijkse werk als Kamerlid, wat uit vergaderen, debatteren, werkbezoeken et cetera bestaat. Ook complimenten vanuit Arib aan de beleidsmedewerkers; zij werken vaak voor meerdere Kamerleden.

De indieners, minister Ollongren en de beleidsmedewerkers.

 

Van den Hul (PvdA) houdt een pleidooi voor de initiatiefwet.

 

Het voorstel past in de Nederlandse traditie om discriminatie te bestrijden, zegt Ploumen (PvdA), en daar is ze trots op.

 

Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoordt de vragen uit de eerste termijn vanuit het kabinet.

 

Kamervoorzitter Arib complimenteert de indieners en beleidsmedewerkers alvorens ze de vergadering schorst.